‘Het was op een doordeweekse avond. Net toen ik wilde gaan slapen, viel mijn oog op een bericht over baby P, een peuter uit Engeland. Elke avond werd hij door zijn stiefvader mishandeld. Het jochie stierf, moederziel alleen in zijn bedje. Al die tijd was hij meerdere malen gezien door jeugdzorg en waren er signalen dat hij niet veilig was. Ook de dag voor zijn dood is hij nog bekeken. Hij had een gebroken ruggetje, bleek later, maar baby P werd gewoon weer meegegeven naar huis.
Heel lang heb ik dit soort berichten vol kinderleed niet kunnen lezen. Ik stak liever mijn kop in het zand.
Maar nu… nu ik zelf net bevallen was van mijn eerste kindje, was er geen ontkomen meer aan. Ik keek naar de foto van baby P. En baby P keek terug. Zo’n prachtig jongetje… Ik voelde een onstuitbaar verdriet. En ik heb hem iets beloofd: voor jou is het te laat, maar de anderen ga ik helpen redden.
Het was alsof baby P de blauwdruk van mijn leven blootlegde. Dit stond mij te doen: opkomen voor kinderen die zelf geen stem hebben. Het zat al lang in me, vertelde mijn moeder later. Op de lagere school beukte ik er al op los als een ander kind onrecht werd aangedaan.
Toen wist ik: die herhaling, van generatie op generatie, die ga ik doorbreken.
De dag erna heb ik gesolliciteerd bij de kinderbescherming. Anderhalf jaar heb ik er gewerkt. Tot ik meemaakte dat er een jongetje thuis in levensgevaar verkeerde. We mochten niet ingrijpen omdat er geen politie beschikbaar was om mee te gaan. Ik dacht aan baby P. En realiseerde me dat regels vóór het redden van kinderen gaan. Ik nam ontslag.
Het voelde alsof ik gefaald had; ik had mijn belofte aan hem niet kunnen waarmaken. En toen was daar, op een dag, het bericht over ouders die hun peuter zwaar hadden mishandeld. Ook dit kindje, een meisje, stierf alleen in haar bed. De ouders beriepen zich op pedagogische onmacht. Lekker makkelijk, dacht ik eerst. Maar het zette me ook aan het denken. Hoe kwamen zij dan zo onmachtig?
Ik dacht aan de uithuisplaatsingen waarvoor ik zelf bij de kinderbescherming had getekend. Aan de kinderen die steeds weer herplaatst worden, gescheiden van broertjes en zusjes. Aan de totale ontworteling. Hoe hun vertrouwen in zichzelf en anderen wordt beschaamd. De hechting die altijd problemen zal geven. En dat zij zelf ook ooit weer kinderen krijgen. Toen wist ik: die herhaling, van generatie op generatie, die ga ik doorbreken.’
Barbara’s initiatief
Het Babyhuis in Dordrecht biedt een veilige plek om moeders klaar te stomen zelfstandig voor hun pasgeboren kind en zichzelf te zorgen. Ze blijven er een paar maanden. Veel hulp draait om de hechtingsproblemen waar deze vrouwen mee worstelen. Ze hebben vaak veel naars in hun leven meegemaakt, zoals geen dak boven het hoofd, grote schulden, en verstoten zijn door de familie.
Het Babyhuis is hun laatste kans om uithuisplaatsing te voorkomen. Sinds de oprichting in 2013 zijn er 67 moeders en hun kinderen opgevangen. De jongste moeder is 14 jaar. In het Babyhuis zetten 25 vrijwilligers zich voor hen in. Eind 2017 opent er in Rotterdam een tweede Babyhuis.
De kracht van het project
‘Een van de vrouwen stond onaangekondigd hier voor de deur. Hoogzwanger, niet meer dan een tasje bij zich. Ze kon nergens anders heen. Diezelfde avond werd ze opgenomen in het ziekenhuis, waar de arts melding deed bij de Kinderbescherming. De vrouw twijfelde namelijk of ze wel zelf voor het kindje wilde zorgen. We waren erbij toen ze beviel van haar zoontje, midden in de nacht. Zo gauw ze hem hoorde huilen, wist ze: jij bent degene voor wie ik wil leven. Maar de kinderbescherming stond al klaar met een pleeggezin.
Ik kan niet navertellen hoeveel moeite het heeft gekost om te voorkomen dat ze van haar kind werd gescheiden.
En wat dóet ze het fantastisch hier in het Babyhuis. Ze is zo krachtig en toegewijd. Ze gaat het redden, dat weet ik zeker. Net als 94 procent van de moeders die hier is geweest. Je ziet de vrouwen hier groeien. Met alle hulp leren zij zich hechten aan hun kindje, en om goed voor zichzelf en het kind te zorgen.
Vaak zijn we de laatste kans voor de moeders om samen met hun kind een toekomst op te bouwen. Ze komen hier geknakt binnen. Als ik dan zie hoe ze na een aantal maanden op eigen benen verder gaan en kunnen thuiskomen bij zichzelf… Dat is van onschatbare waarde. Voor henzelf – en voor alle kinderen die gaan komen.’