‘Ik was onderweg met een vriendje. In het Turks praatten we over school en over wat maar niet wilde lukken. Ik was toen negentien. Drie jaar daarvoor was ik door mijn vader uit Turkije naar Nederland gehaald. Hoewel ik daar bijna klaar was om naar de universiteit te gaan, kwam ik hier op de lts terecht. Mijn vader zei: daar gaan alle Turkse kinderen heen, dus jij ook.
Je moet een vak leren, werken met je handen, zeiden ze daar. Maar alles wat ik uitprobeerde mislukte. Ik kan nog de frustratie voelen, het verdriet, niet weten welke kant je op moet, het zoeken naar een uitweg.
En de pijn van miskend te worden in wat je kunt.
Daar ging het gesprek in de bus over, toen er een Turkse jongen bij ons kwam zitten die zei: ‘Ik ga jullie helpen.’ Hij kende jongens zoals wij die het wel was gelukt om verder te komen. Hij gaf me zijn telefoonnummer. Daarna ging het snel. Ik volgde taallessen, deed examen, ging pedagogiek studeren en besloot in een Amsterdamse achterstandswijk Turkse en Marokkaanse ouders te ondersteunen bij de opvoeding.
Ik kan nog de pijn voelen van miskend te worden in wat je kunt.
Ik schrok heel erg van wat ik daar tegenkwam. Negen van de tien kinderen had een enorme taalachterstand en ging standaard naar het vmbo. Ik bleef maar denken: hoe kan dit? Zij hebben vanaf de basisschool Nederlands leren spreken. Ze wonen in een stad met zo veel mogelijkheden. Waarom zou hen niet lukken wat mij wel is gelukt?
Het raakte me diep. Elk kind verdient dezelfde kansen. Het kan toch niet zo zijn dat je herkomst je toekomst bepaalt? Dat de wijk waarin je geboren bent, voorspelt hoe je leven gaat lopen? Ik kan dat niet accepteren. Ik wil dat doorbreken, zoals ik dat zelf ook deed. Ik wil ze laten dromen over wat ze kunnen zijn en ze inspireren om alles uit zichzelf te halen.
Ouders willen het beste voor hun kinderen. Mijn ouders wilden dat ook, maar ze wisten niet hoe. Veel migrantenouders weten dat niet. Mijn leven nam een wending door die jongen in de bus. Hij was toevallig daar, en ik ook, als door een wonder. Ik wil niet dat jongeren moeten wachten tot zij op hun negentiende het wonder tegenkomen dat hun kansen doet keren. Of dat het wonder hen nooit vindt. Dat mag niet gebeuren.’
Oguz initiatief
Ieder kind heeft talent. En ieder kind verdient een rolmodel. Vanuit die gedachte richtte Oguz in 2006 de Weekend Academie op. Het begon met één locatie, inmiddels zijn het er twaalf. Jaarlijks komen duizend kinderen in het weekend naar de academie waar ze op allerlei manieren inspiratie krijgen om het maximale uit zichzelf te halen. Dat gebeurt met hulp van 365 vrijwilligers en stagairs.
De kinderen krijgen hulp bij rekenen en taal. Hun wereld wordt vergroot met tal van uitstapjes en opdrachten. En rolmodellen laten zien dat het hen ook is gelukt. Sinds drie jaar kunnen ouders er terecht voor coaching in het gezin en de opvoeding. Meer dan 185 gezinnen doen een beroep op de Weekend Academie.
De kracht van het project
‘Laatst kwam een Nederlands-Marokkaanse piloot van de KLM een gastles geven bij ons. ‘Ja maar jij had zeker een vwo-advies’, riepen de kinderen gelijk. ‘Welnee joh’, vertelde de piloot, ‘Ik was een enorm druk kind op de basisschool. De leraren zeiden: dat gaat nooit wat worden met jou. Ze stuurden me naar de lts. Van daaruit ben ik verder gaan leren.’ Het werd muisstil in de zaal, de kinderen zaten met open mond te luisteren. Ik kan niet zeggen hoe hoopvol zo’n verhaal is voor kinderen die een vmbo-advies hebben gekregen.
Ze zien dat dit niet het eindstation is, maar een begin.
Als je kinderen laat dromen over wie ze kunnen zijn, gebeuren er mooie dingen. Ze voelen dat er meer mogelijk is, raken geïnspireerd om hun droom na te jagen. Er gaat iets bewegen in hun denken. Dat is indrukwekkend om te zien. Wij helpen zaaien zodat zij kunnen groeien en bloeien. Je ziet de kinderen hier veranderen. Ze raken zekerder van zichzelf, gaan ergens voor staan en durven vragen te stellen. Je zou dit al die kinderen met minder kansen gunnen.’