‘Delerio’s moeder leefde altijd in angst. Als haar zoon de straat op ging, kwam hij met narigheid thuis. Dertien was hij. ‘Kun jij hem na school niet begeleiden?’, vroeg zijn moeder op een dag aan me. Ik werkte toen op een school in de Bijlmer, de wijk waar ik zelf was opgegroeid.
Ik dacht: ik bedenk wel een leuke activiteit voor hem. Maar overal werd hij weggestuurd vanwege een brutale mond. Wat overbleef was een club voor jongeren met een handicap – maar daar voelde hij zich niet thuis. Wat hij wel wilde: mee met mij, kickboksen, samen dingen ondernemen. En dat deed ik.
Ik waakte over hem. Ging hij over de schreef, dan greep ik in. Met Delerio ging het steeds beter op school. En toen kwamen er andere jongens naar mij toe: ‘Meester kunt u mij ook niet helpen?’
Dat moment, dat deed heel veel met me. Ik wist: dit wil ik. En ik wist het eigenlijk al heel lang. Ik herken zo veel van mezelf in deze jongens. Ik was net als zij. Er is vroeger ook zo vaak tegen me gezegd: jij kan niks. Je bent te dom om te leren. Je zou er beschadigd van raken. Vol faalangst. Zonder ook nog maar enig geloof in jezelf. Maar dat is niet gebeurd, omdat ik van iemand de kans kreeg.
Ik herken zo veel van mezelf in deze jongens. Ik was net als zij.
Misschien is het de pijn die we in elkaar herkennen, de jongeren en ik. De broederschap omdat je in dezelfde situatie bent geweest. Ze laten me binnen in hun leven terwijl ze gebroken en gesloten zijn. Als ze naar me kijken, voel ik respect, ze kunnen nauwelijks bevatten dat ik daar ook ooit ben geweest. Dat ik daar onbeschadigd en sterk uitgekomen ben, hoewel sommige littekens nooit meer weggaan.
Ik kreeg ooit de kans en ik voel sinds Delerio een enorm verlangen om iets terug te doen. Om jongeren die kans te geven die ik zelf ook heb gehad. Deze jongeren kunnen nooit meer zeggen: er was niemand voor mij. Ik was er. En ik kan niet beschrijven hoe dat voelt, dat je in iemands leven van betekenis hebt kunnen zijn.’
Virgils initiatief
Virgil en zijn team bieden naschoolse dagbesteding aan 12- tot 17-jarigen met een verstandelijke beperking of gedragsproblemen – of beide. Het gaat om een vergeten groep die nauwelijks kansen krijgt in de samenleving. Ze doen er aan kickboksen, voetbal en fitness. Er is rust, regelmaat, structuur.
Ze krijgen te eten, zodat ze niet op een lege maag sporten. Door de positieve invulling van hun middag komen ze niet in de verleiding om na school rottigheid uit te halen. Tien tot twaalf kinderen doen er mee gedurende drie jaar. Sinds de oprichting in 2012 zijn er 45 jongeren op die manier begeleid.
De kracht van het project
‘Hier krijgen de jongeren iets mee voor de rest van hun leven. Gezag accepteren. Goed met elkaar omgaan. Elkaar accepteren. Saamhorigheid. Structuur aanbrengen in je leven. Hele basale dingen die zo onmisbaar zijn.
Soms valt het kwartje snel, soms laat. Ze vertellen dan trots over de verleidingen die ze tegenkwamen, maar dat ze nu een andere keus maken. ‘Ik wil dit allemaal niet kwijt’, zeggen ze dan. Eentje – en echt niet de makkelijkste – loopt nu zelfs stage hier. Ze kon zich moeilijk beheersen, reageerde altijd erg agressief. Nu is ze een rolmodel voor de andere jongeren.
Ze zien dat zij aan het roer zit van haar eigen kansen, en herkennen van hoever ze heeft moeten komen. Dat geeft hoop.
Je kunt jongeren heel veel uitleggen, maar zelf ervaren werkt beter. Bijvoorbeeld tijdens een meet en greet met jonge gevangenen. Ze zien dan met eigen ogen wat voor jongens daar zitten, waar ze spijt van hebben, wat ze in het leven allemaal moeten missen. Ze voelen hoe beklemmend het is, en wat de impact is van een foute beslissing. En ja, dan is aan hen de keus of ze daar ook ooit belanden. Maar ze weten nu wel: ik heb de keus.’